In 1983 brachten we de eerste Emotron-softstarter op de markt. In 1999 introduceerden we de koppelregeltechniek, die een verdere verlaging van mechanische en hydraulische stress alsmede constante acceleratie- en deceleratiesnelheden bood.
De koppelregeling verlaagt de inschakelstroom tot 30% meer dan wanneer er een softstarter met een vooraf gedefinieerde spanningshelling wordt gebruikt. Dit betekent minimale stress, waardoor er kleinere zekeringen en goedkopere kabels kunnen worden gebruikt. De koppelregeling zorgt ook voor lineaire stops, waardoor waterslag in pomptoepassingen wordt voorkomen - zonder dure, door de motor geregelde kleppen. De deceleratiehelling begint bij het koppelpunt van de motorbelasting en zorgt voor een lineaire helling bij alle pompbelastingen.
De op logica gebaseerde koppelhellingtechnologie gebruikt een regelalgoritme om een constant acceleratie- en deceleratiekoppel te handhaven. De motorspanning, motorflux, stroomsterkte en spanningsnuldoorgang worden gebruikt om het koppel en de arbeidsfactor te bepalen.
De Emotron-softstarter gebruikt gegevens om continu het werkelijke askoppel te berekenen. Koppelhellingen kunnen worden geconfigureerd voor variabele of constante koppelbelastingen. Er kan kwadratische koppelregeling worden gebruikt voor pompen en ventilatoren.
De koppelregelaar genereert een gewenst motorkoppel met de ingevoerde waarde voor eerste koppel, eindkoppel en koppelhellingstijd. Deze regelt daarna de ontsteking van de thyristor op basis van het werkelijke/gewenste motorkoppel. Het motorkoppel wordt verhoogd op basis van een getimede helling en is niet meer volledig afhankelijk van een toegepaste motorspanning of de koppel-/toerentalkenmerken van de specifieke motor. Er is geen externe feedback over het motortoerental nodig.